handzaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hand·zaag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en zaag [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handzaag | handzagen |
verkleinwoord | handzaagje | handzaagjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) zaag die met één hand wordt gemanipuleerd
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord handzaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.