gambiste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gam·bis·te
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Italiaanse gamba (been).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gambiste | gambistes |
verkleinwoord | gambistetje | gambistetjes |
Zelfstandig naamwoord
de gambiste v
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'gambiste' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.