Lissabons
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Lis·sa·bons
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | Lissabons |
verbogen | Lissabonse |
Bijvoeglijk naamwoord
Lissabons
- (demoniem) op Lissabon betrekking hebbend
Verwante begrippen
Demoniemen bij Lissabon in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Lissabonner • inwoonster: Lissabonse • bijvoeglijk: Lissabons |
Gangbaarheid
- Het woord 'Lissabons' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.