Periodiek systeem der elementen (nld)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Aluminium
13Al
Aluminium.
  • alu·mi·ni·um
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘chemisch element’ voor het eerst aangetroffen in 1835 [1]
  • Afkomstig van het Latijnse woord aluin met het achtervoegsel -ium[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aluminium -
verkleinwoord

het aluminiumo

  1. (scheikunde), (element) scheikundig element met symbool Al en atoomnummer 13. Het is een zilverwit hoofdgroepmetaal
    • De vervaardiging van aluminium, dat veel in bierblikjes toegepast wordt, kost erg veel energie. 
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

aluminium

  1. van aluminium
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]


  • a·lu·mi·ni·um

aluminium

  1. (element)(scheikunde) aluminium; scheikundig element met atoomnummer 13. Het is een zilverwit hoofdgroepmetaal


aluminium

  1. (scheikunde), (element) aluminium


aluminium (VK)

  1. (scheikunde), (element) aluminium


aluminium

  1. (element)(scheikunde) aluminium; scheikundig element met atoomnummer 13. Het is een zilverwit hoofdgroepmetaal


aluminium

  1. (scheikunde), (element) aluminium


aluminium

  1. (element)(scheikunde) aluminium; scheikundig element met atoomnummer 13. Het is een zilverwit hoofdgroepmetaal


  • alu·mi·ni·um
  • Afkomstig van het Latijnse woord alumen
Naar frequentie 28146
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   aluminium     aluminiumen     aluminiumer     aluminiumene  
genitief   aluminium     aluminiumens     aluminiumers     aluminiumenes  
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   aluminium     aluminiumet     aluminium     aluminiuma
aluminiumene  
genitief   aluminium     aluminiumets     aluminiums     aluminiumas
aluminiumenes  

aluminium, m / o

  1. (scheikunde), (element) aluminium



  • alu·mi·ni·um
  • Afkomstig van het Latijnse woord alumen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   aluminium     m: aluminiumen
o: aluminiumet  
  aluminiumar     aluminiumane  

aluminium, m / o

  1. (scheikunde), (element) aluminium


  • IPA: /aluˈmʲiɲum/
  • a·lu·mi·nium

aluminium o

  1. (element)(scheikunde) aluminium; een scheikundig element en hoofdgroepmetaal met atoomnummer 13


Periodiek systeem der elementen (ces)
H He
Li Be B C N O F Ne
Na Mg Al Si P S Cl Ar
K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
Cs Ba * Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
Fr Ra ** Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
* La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
** Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
  • IPA: /alʊmɪnɪjʊm/
  • alu·mi·nium

aluminium o

  1. (element)(scheikunde) aluminium; een scheikundig element en hoofdgroepmetaal met atoomnummer 13
  • Tsjechen geven de voorkeur aan het gebruik van het woord hliník over aluminium in zowel gesproken als geschreven taal.


aluminium

  1. (scheikunde), (element) aluminium